Muisje op het strand

 

Het is warm op het strand.

Muisje zit onder een parasol.

Ze draagt een hoed met een muizenoor.

Haar pootjes zitten in het zand.

 

“Ik bouw een kasteel,” zegt ze.

Ze pakt een schepje.

Het zand is zacht en droog.

Muisje maakt torens en muren.

 

Dan hoort ze een stem.

“Mag ik helpen?”

Een klein krabje kijkt om het hoekje.

Hij draagt een zonnebril.

 

“Tuurlijk!” zegt Muisje.

“Jij bent kasteelkrab.”

 

Samen graven ze verder.

Ze maken een gracht.

Een brug van schelpen.

En een vlag van een bloemblaadje.

 

Dan gebeurt het.

Muisje stapt achteruit...

*PLONS!*

Ze staat met haar voetjes in de gracht!

“Help!” piept ze.

Het zand glijdt weg.

Een torentje valt om.

 

Het krabje schiet te hulp.

Hij duwt haar eruit met zijn scharen.

Ze lachen samen.

“Het is geen echt kasteel zonder een instorting,” zegt Muisje.

 

Ze bouwen het torentje weer op.

En daarna zitten ze stil.

Kijkend naar het zandpaleis…

Totdat de zee te dichtbij kwam

en het kasteel meenam in het water.