Stilte in mijn wereld

Hoe het is om plotseling in een bijna geluidloze dag te leven, en wat dat betekent voor mijn contact met anderen.

Het is stil. Heel stil.
Het enige wat ik af en toe hoor, is de airco die blaast. Verder is het rustig in mijn omgeving. Het lijkt wel alsof mijn doofheid vandaag compenseert voor eerdere dagen, toen ik juist meer hoorde.

Tot gisteren hoorde ik nog een aantal vogels fluiten. Zonder BAHA.
Ik hoorde de eenden kwaken in de sloot. Auto’s die in de straat reden. Allemaal kleine geluiden die ik vandaag niet hoor.

Wat ik nu wel hoor, is het suizen in mijn oor. En in het andere oor een harde piep.
Wat eerder deze week nog een beetje geluid was, is nu veranderd in hinderlijk suis en piep. Aan de ene kant geeft dat rust, maar aan de andere kant is het heel lastig.

Het lijkt erop dat ik meer gebarentaal moet gaan gebruiken met Lady. Of, met andere mensen, meer gebruik moet maken van schrijftaal. Soms denk ik dat het makkelijker zou zijn om een schrijftolk in mijn buurt te hebben. Dan kan ik beter volgen wat mensen zeggen. Maar ik hoop toch nog lang mijn BAHA te kunnen gebruiken, zodat ik gewoon met mensen kan praten — en dat deze stilte tijdelijk is.

Weet je dat horende mensen zich vaak afzijdig houden als er een tolk bij is? Alsof ze zich geen raad weten met de situatie. Dan is het kiezen: mét tolk, maar weinig mensen die echt met je praten. Of zónder tolk, en hopen dat ik degene kan verstaan waar ik mee praat.

Vooral als er meerdere gesprekken tegelijk zijn, is het lastig. Er gonzen dan allerlei geluiden om me heen, waardoor ik me niet meer op één persoon kan concentreren.

Een andere optie is om mijn tablet te gebruiken. Als ik niet met iemand praat, kan ik tekenen of lezen. En als er iemand iets wil zeggen, zet ik de tablet op ‘schrijven’. Dan kan ik beginnen met typen, en de ander kan daar op meeschrijven. Dat is optie 3.

Maar het haalt wel de spontaniteit uit gesprekken. Ik weet niet hoe dat zal gaan als mensen eraan gewend raken dat ze moeten schrijven. Veel mensen vinden typen op een toetsenbord niet leuk, omdat het langzamer gaat dan praten. Gebarentaal gaat sneller, maar dat kennen de meesten niet — en dan haken ze vaak af.

Dat maakt mijn positie soms moeilijk. Moet ik de stilte dan maar accepteren? Doorgaan in die stilte? Of meer dove mensen opzoeken in het dovencafé? Dat laatste zou een goede optie zijn… als het niet zover weg was en vooral ’s avonds open. Dan ga ik niet meer de deur uit.

Voor nu accepteer ik de stilte en probeer ik te wennen aan de BAHA. Het is niet ideaal, maar een andere keuze heb ik op dit moment niet. Mijn wens is dat er mensen zijn die gebarentaal willen leren, zodat we makkelijker met elkaar kunnen praten.

Jammer genoeg is het nu even niet anders.

 

 

De oorzaak van mijn slechthorendheid is denk ik alle oorontstekingen die ik van kleins af aan heb doormaakt. Later werden door de hoorapparaten de ontstekingen erger, doordat mijn gehoorgang werd afgesloten en er vocht in mijn gehoorgang bleef zitten. Mijn hoorapparaten hadden oorstukjes die speciaal voor mijn oren waren gemaakt. Met de gewone kleine oorstukjes in mijn oren, gingen mijn hoorapparaten piepen. Ik gooide mijn hoorapparaten ook regelmatig uit mijn oren, omdat je met een hoorapparaat veel geluiden hoort, maar net niet de goede die je wil, zoals de stem goed horen van je gesprekspartner.

Een misvatting dat je met een hoorapparaat goed zou kunnen horen is jammer. Voor de duidelijkheid, bepaalde frequenties zijn aangepast in je hoortoestel, zodat je op die frequentie de geluiden hoort. En die geluiden kunnen dan hard of vervormd binnen komen en dan kunnen je hersens er nog geen goed geluid van maken. Vaak valt er toch nog een flink stuk horen weg.