Muisje in de kerk.
Muisje heeft haar muts op.
Dikke jas aan en wanten aan.
Want het voelt kil en guur buiten.
Muisje gaat naar de rand van het bos.
Er liggen een heleboel blaadjes op het paadje.
En de bomen zijn bijna kaal.
Aan de rand van het bos staat een heel klein kerkje.
Muisje gaat het kerkje binnen.
Het is daar behaaglijk en warm.
Muisje doet haar jas uit en wanten.
En haar muts doet ze in haar jaszak.
Ze zoekt een fijn plekje in het kerkje.
Er staan kaarsen aangestoken.
En er staat een klein kerststalletje.
Er zijn geen kerstbomen binnen.
Wel is er een boom buiten mooi versiert.
Om een beetje licht in de duisternis te brengen.
De dagen zijn zo donker in de winter.
Over een paar dagen is het de donkerste dag van het jaar.
Binnen begroet Muisje haar vrienden.
Molletje en Egel en anderen.
Samen maken ze muziek.
En ze zingen:” stille nacht.”
Als ze een poosje samen zijn geweest,
gaan ze weer fijn naar hun eigen plekje.
Muisje kijkt onderweg naar omhoog.
En ze ziet witte vlokjes.
Hele kleine witte vlokjes.
Eerst een paar maar.
En toen ze bijna thuis was,
een heleboel vlokjes.
Het sneeuwt.
Dat is fijn, want dan is de gure kou uit de lucht.
En Muisje zingt nog een paar liederen door.
“ Stille nacht, heilige nacht.”
Binnen maakt Muisje chocolademelk met slagroom.
Molletje en Egel komen ’s middags ook.
Dan gaan ze samen een feestmaaltijd eten.
Fijne dag nog Muisje. Veel plezier nog in de sneeuw.