Muisje gaat kamperen
Muisje is druk bezig. Ze pakt een klein koffertje in met zomerkleertjes en haar zwempak. “Die kan mooi mee in de auto,” denkt ze tevreden.
Dan zoekt ze de zak van het tentje. O ja, en de tentstokken! Ze telt ze één voor één. Gelukkig, het zijn er niet zoveel, want het is maar een klein tentje.
Maar waar had ze nou die slaapzak en dat luchtbed gelaten? “Oh ja!” Ze huppelt naar de kast met de jassen. Helemaal achterin liggen ze verstopt. Het kookstelletje en het bestek vindt ze in het schuurtje.
Muisje gaat even zitten met een kopje koffie. Ze pakt haar lijstje erbij en vinkt netjes af wat ze al heeft. Alleen de toilettas moet nog mee. En natuurlijk wat flesjes water, brood en een beetje beleg. De rest haalt ze later wel in het dorpje daar.
Ze legt de spullen in de auto, zet haar hondje erbij en sluit het huis af. En hup, daar gaan ze samen op pad.
De weg lijkt wel vreemd. Soms herkent Muisje de borden niet en weet ze niet precies waar ze rijdt. Maar plotseling — ja hoor! — daar is de camping.
Ze zet haar tent op, blaast het luchtbed op en legt alles klaar. Het hondje ligt tevreden naast haar, met een bak water en wat eten. Als alles klaar is, sluit Muisje de tent en neemt haar hondje mee, aangelijnd aan een kort touwtje. Samen zwerven ze door het bos aan de rand van de camping.
En dan… tik! Een klein pootje tegen haar arm.
Muisje opent haar oogjes. “Is het al ochtend? Wil je er al uit?” vraagt ze lachend aan haar hondje.