Muisje op vaarvakantie

Muisje leert zeilen. Ze leert wat bakboord is en wat stuurboord.
Muisje leert ook het kompas lezen. Dat is moeilijk hoor.
"Die rode pijl op het kompas geeft het noorden aan," zegt de kapitein.

De kapitein is de baas van het schip.
Een klein scheepje, met een klein zeiltje.
Meer heb je niet nodig als klein muisje.
Het is op het scheepje precies allemaal groot genoeg voor haar.

Ze leert ook hoe je vers water moet halen en waar je eten kunt vinden.
Belangrijk is ook dat Muisje leert zwemmen.
Want als je natte voetjes krijgt, moet je wel weten hoe je aan de kant komt.

Muisje leert alles wat je op een scheepje moet weten.
En dan mag Muisje zelf — helemaal alleen — op stap.
Helemaal alleen is niet leuk, dus neemt ze slaap-Beer mee.

Ze vaart de haven uit en zet het zeiltje op.
Een lekker fris windje in het zeiltje maakt dat Muisje al snel ver op het meer is.
Ze pakt wat te drinken en kijkt naar de lucht...
en vergeet even het zeiltje.

Het zeiltje slaat een andere kant op en het scheepje helt bijna om.
"Beertje! Beertje! Hou je vast!" roept ze.
Beertje en Muisje worden allebei helemaal kletsnat van de spetters.
Gelukkig hadden ze zich goed vastgehouden. Ze zijn alleen maar kleddernat.

Maar dat is niet erg.
Zo zie je maar: altijd goed opletten op je scheepje.
Want een ongelukje zit in een heel klein hoekje...
op dat hele kleine muizenscheepje.

Wat een avontuur.