Muisje en muis

 

Stel je voor…

Muis schuifelt zachtjes door de kier,
zijn snorharen trillen van spanning.
Voor hem: kaas.
Achter hem: Poes (maar die ligt te dutten).
Hij houdt zijn adem in, net als eerder.

Maar dan — tik.
Een zachte botsing.

Twee snuitjes raken elkaar.

Muisje.

Haar oogjes groot van schrik.
Zijn pootjes bevroren in het zand.
Allebei stokstijf.

En dan…
een giechel.
Zachtjes.
Heel voorzichtig.
Want ze beseffen:
ze zijn geen vijanden. Ze zijn beide op zoek naar iets lekkers,
allebei dapper, allebei stil.

Misschien kijken ze even naar elkaar.
Misschien fluistert Muisje:
"Wil je samen delen?"

En Muis knikt.
Misschien voor het eerst een beetje blozend.

En zo gebeurt het:
twee muizen
in één kier
met één stukje kaas
en één nieuw begin.

De kaas is gedeeld, de snorharen wiebelen tevreden,
maar dan… wordt het stil.

Te stil.

Poes.
Waar is ze?
Ligt ze nog te slapen in haar eigen prut?
Of zijn haar oren plots iets rechter gaan staan?
Loert ze met één oog net over de rand van de stoel?

Muisje buigt haar kopje naar voren.
Muis volgt haar blik.
Allebei tegelijk kijken ze…

En daar ligt ze.
Poes.

Niet meer slap als een sok.
Maar ook nog niet in jachtstand.
Ze ligt… te luisteren.
Met één oog halfopen.
Een poot onder haar kin gevouwen.
En haar staart?
Die tikt.
Langzaam.
Zachtjes.
Tikt.

De muisjes houden hun adem in.
Heel stil.

Dan geeuwt Poes.
Rekt zich uit.
Geeft één langzame lik over haar poot.
En draait zich om.

Ze heeft ze gezien.
Maar laat ze gaan.

Misschien omdat ze te lui is.
Of misschien — héél misschien —
omdat ze zag
dat twee muisjes
één stukje kaas deelden
en daarna sámen naar haar keken.

En Poes?
Die heeft al gegeten.
Van prut,
en een beetje rust.
En misschien…
een flintertje vrede.

💛🐭🐭🐈‍⬛