Muisje en het verdwenen stukje vlees
Het was een gezellige avond. Muisje zat aan de ronde tafel in de woonkamer, samen met een paar goede vriendjes: de veldmuisjes uit de straat en haar buurvrouw Egel. De tafel was feestelijk gedekt met een geblokt kleed, wat bloemen in een vaasje, en overal hingen slingers van gekleurde blaadjes die ze die middag buiten had verzameld.
Buiten tikte de regen zachtjes tegen de ramen, een echt herfstbuitje, maar binnen was het warm en knus. Op de achtergrond speelde een rustig muziekje van viool en gitaar, waardoor iedereen nog meer zin kreeg in het eten.
Muisje dronk uit een klein mokje warme kruidenthee met honing, en voor de gezelligheid stond er ook een kruikje bessensap op tafel. Midden op de tafel dampte een schaal met heerlijk stoofvlees, waar iedereen vrolijk van smulde.
En toen gebeurde het. Terwijl Muisje net een hapje op haar vork had, liet ze een stukje vlees vallen. Ze sprong meteen van haar stoel en dook onder de tafel om het op te rapen — want ja, de vloer moest netjes blijven. Maar hoe goed ze ook keek, het stukje was nergens te vinden.
Verbaasd keek ze om zich heen, tot ze plots haar buurvrouw Poes zag zitten. Met een wel héél tevreden blik en een stukje vlees in haar bek keek Poes terug. Alsof ze zeggen wilde: “Tja, wat valt, dat is voor mij.”
Muisje zuchtte, maar moest lachen. Want ach, met zo’n gezelschap, een volle tafel, muziek op de achtergrond en de regen buiten, was er genoeg reden om vrolijk te blijven.