Muisje en het sneeuwballengevecht

Het is diep in de nacht.

De sterren twinkelen stil aan de hemel.

De maan hangt scheef en tevreden.

 

In haar warme holletje, onder een dikke laag sneeuw, slaapt Muisje diep.

Tot ineens... *klop klop klop!*

"Wie daar zo laat?" mompelt ze slaperig.

 

Ze wrijft haar oogjes uit, doet haar slofjes aan, sloft naar het deurtje…

*KRRRK* gaat het scharnier.

 

En dan — *PLOF!*

 

Een ijskoude sneeuwbal knalt recht op haar neusje.

Muisje staat verstijfd, met grote ogen vol verbazing.

 

"Egeltje!" roept ze, met sneeuw tot achter haar oren.

Maar Egeltje giert het uit van het lachen.

"Je moest eens zien hoe je keek!"

 

Muisje bukt zich zonder iets te zeggen, pakt een handvol sneeuw…

En voordat Egeltje het doorheeft: *BOEM!* een sneeuwbal in z’n buik.

"Dat is oorlog!" roept ze.

 

Wat volgt is een woest, vrolijk sneeuwballengevecht.

Sneeuw vliegt alle kanten op.

Muisje rent achter Egeltje aan. Egeltje duikt achter een struik.

Ze gillen en lachen, vallen, rollen, springen…

Tot ze allebei hijgend in de sneeuw liggen, rode wangen, glinsterende ogen.

"Nog eentje dan," zegt Egeltje.

"Nee," lacht Muisje, "ik heb een beter idee."

 

Ze gaan languit liggen en bewegen hun pootjes op en neer.

"Een sneeuw-engel!" roept Muisje.

"Een sneeuw-egel!" giechelt Egeltje.

 

Als hun vachtjes nat en koud zijn, schudden ze zich uit en duiken samen het warme holletje in.

Muisje pakt twee mokken.

"Chocolademelk met kaneel?" vraagt ze.

 

Even later zitten ze naast elkaar op het bankje, dampende kopjes in hun pootjes.

Buiten sneeuwt het weer zachtjes.

"Volgende keer ben jij de klos," zegt Muisje met een knipoog.

 

Egeltje grijnst.

"Dan kom ik via het dak."