Muisje en het lange gras

Muisje liep over het paadje achter haar huis.
Aan beide kanten groeide het gras hoog.
Zoveel hoger dan zijzelf.
Soms raakte het zelfs haar snorharen.

Ze moest haar oortjes spitsen,
want het gras ritselde zachtjes in de wind.
En ergens verderop zoemde een bij.

"Wat is het hier stil," dacht Muisje.
"En ook een beetje spannend."

Ze bleef even staan.
Voor haar wiegden de lange halmen heen en weer.
Ze zag bloemetjes, zaadpluis, en een verdwaalde klaproos.
"Waarom wordt het gras hier niet gemaaid?" vroeg ze zich af.

Toen hoorde ze ineens een zacht stemmetje.
"Wij wonen hier," zei een kevertje.
"In dit gras is het veilig. En hier groeien bloemen voor de bijen."

Muisje glimlachte.
"Dan blijf ik nog even stil zitten," zei ze,
"zodat niemand zich stoort aan mijn voetjes."

En zo zat ze daar, tussen de halmen.
De zon prikte warm op haar rug,
maar het gras hield de wind tegen.
Het is een fijne plek.